Door Laurence Guérin, onderzoeker van het lectoraat Vernieuwingsonderwijs

Wat heeft nanotechnologie met zonnebrandcrème te maken? Nanodeeltjes worden veel gebruikt in cosmetica en in kleren. Er wordt veel verwacht van nanotechnologie: het schoonmaken van water, het opslaan van Co2, duurzame gebouwen. Aan de andere kant zijn er risico’s voor de gezondheid en het milieu en deze risico’s zijn niet goed onderzocht. Het begrijpen van de gevolgen van nanotechnologie in ons dagelijks leven, de kansen en risico’s, vraagt om kennis van bèta en techniek.

Onderzoekers waarschuwen ervoor dat lage bèta-geletterdheid ertoe kan leiden dat burgers naïeve ideeën ontwikkelen over wetenschap en technologie en actuele discussies niet meer kunnen volgen. Burgers hebben bèta- en technische kennis en vaardigheden nodig om op gelijke voet en volwaardig te kunnen meedenken, meepraten en meebeslissen over maatschappelijke kwesties zoals schaliegas, gentech, armoede, kernenergie en klimaatverandering. Bèta en techniek in het curriculum is derhalve niet alleen beroepsvoorbereidend, maar ook burgerschapsvormend. Het behandelen van maatschappelijke technologische vraagstukken biedt een onderwijscontext om de ontwikkeling van bèta-geletterdheid te ondersteunen. Bèta en techniek als burgerschapsvorming vereist een andere didactische aanpak en een andere organisatie van het curriculum dan Bèta en techniek als beroepsvoorbereiding.

Voor zulk burgerschap is het belangrijk dat de focus ligt op het leren argumenteren. Door het leren argumenteren in een context waarin leerlingen samen maatschappelijk-technologische vraagstukken oplossen, verwerven ze bèta- en techniekconcepten en verfijnen ze hun persoonlijke epistemologie met betrekking tot bèta en wetenschap (dat wil zeggen: de eigen opvatting over hoe zulke kennis tot stand komt en gerechtvaardigd wordt). Samen met argumenteren worden deze twee elementen gezien als relevante aspecten. Vervolgens is het kunnen nemen van perspectieven op een maatschappelijke technologische vraagstuk relevant. Wie is betrokken in het proces, wie heeft er belangen en wat zijn de belangen ervan?

Onderzoekers wijzen er bovendien op dat de behandeling van maatschappelijk technologische vraagstukken leerlingen motiveert voor bèta en techniek, doordat ze de kennis in een bredere context kunnen plaatsen en zodoende het algemene belang van bèta en techniek ervaren en inzien. Leerlingen leren de link te leggen tussen bèta en techniek concepten en hun maatschappelijke implicaties, hetgeen vereist dat er authentieke onderwerpen behandeld worden in de lessen over maatschappelijk-technologische vraagstukken. Deze vorm van bètageletterd burgerschap leert leerlingen kritisch meedoen, meedenken en meebeslissen en tegelijkertijd wordt het probleemoplossend vermogen van de leerlingen ontwikkeld. Tenslotte wordt in documenten en onderzoeken over en naar 21ste century skills benadrukt dat probleemoplossende denkvaardigheden (cognitief en meta-cognitief) noodzakelijk zijn om als toekomstige en volwaardige burgers te kunnen functioneren in de maatschappij. En dat doen we in het project: Samen werken aan Bèta Burgerschap.

Deel deze pagina

Uitgelicht