Het visiteren van scholen is de hoeksteen van het bestaan van de NDV. Zo’n 25 jaar geleden heeft het bestuur het initiatief genomen om leden te vragen deel uit te maken van visitatieteams. Jarry van de Velde en Bob Boswinkel nodigden in de buurt van Nijmegen een zestigtal leden uit om de bedoeling en werkwijze van een visitatie uit te leggen. Ik weet nog goed dat één van mijn eerste visitaties in het Rotterdamse heel merkwaardig begon. Na een gesprek met de directeur werden we met zijn tweeën begeleid naar een groep 7. De leerkracht stond al in de deuropening op ons te wachten en stak twee vingers op. “Twee, nee hoor”. De directeur had een kort onderonsje met deze leerkracht en liet ons vervolgens toe in zijn klas. De desinteresse droop er van af. Hij vond het maar niks, twee van die betweters. Over het algemeen was het welkom in de scholen niet warm te noemen. Toen in het bestuur de eerste visitaties werden geëvalueerd vroeg de voorzitter aan de overige bestuursleden wat een visitatie voor ons zou moeten betekenen.  “Een lust”, riep ik als eerste. De scholen zouden tot het besef moeten komen welke meerwaarde een visitatie door ervaren daltoncollega’s zou moeten hebben voor de ontwikkeling van hun school. Veel scholen waren al lang daltonschool en namen de moeite niet om op een andere daltonschool te gaan kijken. De visiteurs waren de eersten die de opgemerkte parels op hun eigen school introduceerden. Sommige scholen vroegen aan hun opleider om een soort van proefvisitatie te doen om te kijken hoe ver ze in hun ontwikkeling waren. Dat liep wel eens verkeerd af, omdat “de slager die zijn eigen vlees keurt”, nu niet de beste optie was. Soms werd ook een andere school in de regio gevraagd om het daltongehalte te meten. Nu 25 jaar later gebeurt dat laatste nog steeds, maar zelden. Terwijl het voor beide scholen een leermoment is. Het zou goed zijn om de diverse regio’s aan te moedigen om met een soort van maatjesscholen te werken. Ook visitatieteams kunnen scholen de weg wijzen naar – waar dan ook – een andere school om daar daltonervaring op te doen op een terrein dat op de eigen school nog niet zo goed ontwikkeld is.

Het invullen van het nieuwe zelfevaluatie- en visitatieverslag, waar nu zo’n 30 scholen mee zijn gevisiteerd, is voor een aantal scholen nog best wel een dingetje. De indicatoren worden soms nog stuk voor stuk doorgelopen om daar iets over te melden. Andere scholen laten zich inspireren door de “gedachtenwolken” vol met daltontermen die horen bij een kernwaarde. En er zijn ook al scholen die heel goed reflecteren op hun eigen onderwijs en vanuit hun daltonhandboek en daltonontwikkelingsplan onderwerpen naar voren halen waar enerzijds nog mee geworsteld wordt of anderzijds het benoemen meer dan waard zijn omdat ze tot de parels van de school behoren. Ook de visitatieteams hebben er soms moeite mee om op een goede wijze op de reflectie van de school te reflecteren. “Oefening baart kunst”, zou ik willen zeggen, want reflecteren moet je leren. We zijn zeker van plan om over een tijdje een onderzoek te doen naar de wijze waarop nu gevisiteerd wordt met behulp van dit nieuwe verslag. Kleine pijnpunten of onduidelijkheden worden tussentijds al weggenomen. Op de website staat altijd het meest actuele zelfevaluatie- en visitatieverslag.

Dit is alweer de laatste nieuwsbrief van dit schooljaar. Ik wens een ieder een mooie afronding en een fijne zomervakantie toe. Hopelijk zullen ook in het komend schooljaar weer veel daltonianen van elkaar leren.

Willem Wagenaar
voorzitter NDV

Deel deze pagina

Uitgelicht