Ongeveer 10 procent van alle Nederlandse leerlingen in het funderend onderwijs geniet onderwijs op (traditionele) vernieuwingsscholen. Wij daltonscholen samen zijn verantwoordelijk voor meer dan de helft van al deze leerlingen. Alle vernieuwingsscholen werken vanuit een pedagogische visie die de school ziet als plek waar jonge mensen (leren) samenleven, waar het onderwijs gericht is op een brede vorming en waar het leren nemen en geven van verantwoordelijkheid wordt versterkt door samen te leren, werken en spelen. Al deze scholen werken vanuit vertrouwen en geven ruimte aan eigenaarschap, persoonlijke groei en intrinsieke motivatie.

Een aantal organisaties voor vernieuwingsonderwijs (Nederlandse Jenaplanvereniging, Democratisch Onderwijs, Nederlandse Montessori Vereniging, de Vereniging van vrijescholen, de Vereniging voor Freinetpedagogie en de Nederlandse Dalton Vereniging) is sinds september 2022 wederom met elkaar in gesprek gekomen. Wij hebben met vertegenwoordigers van al deze richtingen binnen het pedagogische vernieuwingsonderwijs eerst gezocht naar wat ons bindt.

Het vernieuwingsonderwijs werkt sinds jaar en dag vanuit een specifieke pedagogische en didactische benadering. Het vernieuwingsonderwijs is sterk in de voortdurende focus op de brede ontwikkeling van kinderen/jongeren (1), leren door te ervaren (2) en het centraal stellen van het leerproces (3). In onze verschillende scholen realiseren we die drie elementen door leerlingen mogelijkheden te bieden tot het nemen van initiatieven, om samen met anderen te leren en te leren leven, en te reflecteren op hun leerproces en het ontwikkelen van individuele talenten.

De verschillende richtingen van het vernieuwingsonderwijs leggen elk hun eigen accenten en gebruiken hun eigen termen, zoals wij onze daltonkernwaarden als centraal gedachtengoed hanteren, maar in grote lijnen komen we allemaal op bovenstaande krachtige basis terecht.

Wij hebben in de eerste gesprekken in 2022 en 2023 gewerkt aan het formuleren van een manifest, waarmee wij als gezamenlijke, grote groep scholen onze gedeelde visie op onderwijs, die breder kijkt dan meetbare opbrengsten als maatstaf voor kwaliteit, zouden kunnen uitdragen. De samenleving en de politiek heeft er recht op om te begrijpen dat wij, als pedagogische vernieuwingsscholen, al sinds het begin van de vorige eeuw leerlingen op een weldoordachte en waardevolle manier deel uit laten maken van de samenleving. En waarom wij denken dat dat meer aandacht verdient.

Tijdens de gesprekken over het manifest is de nadruk steeds meer komen te liggen op de vraag waar wij als vernieuwingsscholen nu eigenlijk allemaal tegenaan lopen in de praktijk van elke dag. De knelpunten waren voor iedereen herkenbaar en op vernieuwingsscholen in heel het land vaak zeer tastbaar: de steeds maar uitdijende toetsdruk, de smalle kijk op opbrengsten en meetbare kwaliteit, de harde knip tussen PO-VO, de doorgeslagen focus op de kwalificatie-opdracht van het onderwijs, die de brede vorming en de ontwikkeling van leerlingen soms eerder frustreert dan stimuleert.

Na deze stap zijn we gaan zoeken en denken in oplossingen: wat hebben wij als pedagogische vernieuwers nodig om onze onderwijsopdracht, zoals wij die in onze respectievelijke onderwijsvisies hebben geformuleerd, vorm te geven. En eigenlijk was er één centraal woord te vinden: ruimte. Wij hebben ruimte nodig om ons onderwijs door te ontwikkelen en om ons anders te kunnen verantwoorden, waardoor we de brede kwaliteit van ons onderwijs kunnen laten zien.

Vanuit deze gedachte zijn we op het idee gekomen om een, waar mogelijk gezamenlijke, aanvraag in te dienen  bij het Ministerie van OCW in het kader van de Experimentenwet onderwijs. Uit naam van alle zich aansluitende verenigingen willen we een aanvraag doen. Individuele scholen binnen de verschillende verenigingen kunnen op een moment besluiten om zich bij dit experiment aan te sluiten.

Er is nu een eerste conceptaanvraag, die de vertegenwoordigers van de 6 onderwijsverenigingen komend schooljaar uitwerken. We houden al onze leden op de hoogte van de voortgang en kunnen al snel meer inhoudelijk toelichten waartoe het experiment meer ruimte aan scholen zal kunnen bieden.

Deel deze pagina

Uitgelicht