Verslag van het eerste DaltonCafé van schooljaar 2022-2023 over de ‘excellente daltonschool’
René Berends, 2022

Er tekent zich een mooie, nieuwe traditie af in het wereldje van ‘Dalton-Nederland’. Bij de belemmeringen die er waren om fysiek bijeen te komen, hebben we in coronatijd de mogelijkheden ontdekt van het online vergaderen. Natuurlijk prefereren we de ontmoeting in een echt café. Het praat toch wat makkelijker met een drankje en hapje binnen handbereik, maar het DaltonCafé is echt een aanwinst voor de daltongemeenschap. Zonder reistijd en reiskosten word je in een uurtje bijgepraat over weer nieuw interessante onderwerpen en helpen we elkaar al chattend aan nieuwe ideeën voor onze praktijk.

Maandag 26 september jl. was de aftrap voor dit nieuwe schooljaar. Zestig collega’s uit heel Nederland, uit het po en vo, logden in. De voorbereidingscommissie, bestaande uit de bestuursleden Marja Out en Vera Otten-Binnerts en de lectoren Patrick Sins en Symen van der Zee hoefden ditmaal niet ver te zoeken voor een thema. Centraal stond ‘de excellente daltonschool’, een onderwerp waarnaar in de lectoraten onderzoek gedaan wordt. Vera nam ons mee in een presentatie over haar onderzoek. Wat volgt, is een kort verslag van de inhoud van het café.

Het goede goed
Leraren die vanuit een (dalton)visie werken, stellen zich regelmatig de volgende twee vragen: (1) Doe ik het goede? En (2): hoe doe ik dat goede zo goed mogelijk? De eerste vraag gaat over het hebben van een daltonvisie; het gaat over de uiteindelijke vraag waartoe we op daltonscholen kinderen opvoeden en onderwijs. De tweede vraag gaat over hoe we die visie zo effectief en efficiënt mogelijk kunnen realiseren.

Wat wordt er met ‘excellentie’ bedoeld?
Als leraren werken vanuit een daltonvisie, dan kun je met recht zeggen dat ze daltonleraren zijn. Als die visie in de praktijk effectief en efficiënt gerealiseerd wordt, kun je spreken van ‘excellent daltononderwijs’.

Zo redenerend, is excellentie bij daltonianen wel iets anders dan hoe het begrip door de Onderwijsinspectie gebruikt wordt bij het beoordelen van scholen op ‘excellentie’. In het onderzoek dat Vera uitvoert, gaat het om het zo goed mogelijk uitvoering geven aan een daltonvisie.

Nieuwsgierigheid naar wat een daltonschool tot goede daltonschool maakt
De leden van de Nederlandse Dalton Vereniging hebben in de visitatie een prachtig instrument om de daltonkwaliteit van scholen te verhogen en om deze op hoog niveau te houden. Eerder onderzoek daarnaar maakt duidelijk dat binnen de NDV de visitatie hoog gewaardeerd wordt (Otten-Binnerts, e.a., 2018).

Bijna als vanzelf kwam op scholen en onder visiteurs rond de visitaties de vraag naar voren wat een daltonschool tot een goede daltonschool maakt. En daarbij wordt geen genoegen meer genomen met antwoorden als: Je merkt het direct bij binnenkomst aan de sfeer; Het ademt Dalton…; Er heerst rust en een respectvolle omgang met elkaar; Je ziet het aan de houding van de leraar of: Je merkt het aan de manier waarop kinderen zich gedragen.

Er was een wens om beter en vooral ook preciezer te kunnen omschrijven wat een daltonschool tot een goede daltonschool maakt. Immers: wanneer we dat weten, kunnen scholen zichzelf en visiteurs tijdens hun visitaties nog preciezer adviezen geven om dalton verder te implementeren.

Kenmerken van ‘daltonexcellentie’
Literatuuronderzoek en onderzoek onder visiteurs leverde uiteindelijk een lijst met vijf kenmerken van ‘excellentie’ op daltonscholen op:

  1. Een duidelijk gedeelde visie met een heldere opbouw en samenhang van de daltonkernwaarden;
  2. Zichtbare daltonontwikkeling en reflectie op deze ontwikkeling;
  3. Professionele houding en cultuur; eigenaarschap bij alle betrokkenen;
  4. Maatschappij in de school;
  5. Samenstelling en stabiliteit team.

En hoe zijn deze punten concreet waarneembaar in daltonscholen?
In het onderzoek heeft Vera vervolgens collega’s bevraagd hoe deze vijf kenmerken van ‘excellente daltonscholen’ concreet waarneembaar zijn in de praktijk van de scholen.

Ze heeft die aanwijzingen voor de praktijk opgehangen aan de twee oorspronkelijke daltonprincipes zoals Helen Parkhurst die in 1922 formuleerde: Freedom (vrijheid) en Interaction of Group Life (socialiteit).

Het principe van vrijheid is concreet gemaakt met de volgende vier punten:

  • Leerlingen werken aan eigen leerdoelen;
  • De leraar stimuleert leerlingen eigen ideeën in te brengen;
  • Leerlingen kiezen een eigen aanpak;
  • Leerlingen controleren in hoeverre zij hun eigen leerdoel hebben behaald.

Het tweede principe (Socialiteit: Interaction of Group Life) is concreet gemaakt met de volgende punten:

  • De leraar stimuleert samenwerking tussen leerlingen;
  • De leraar gaat in dialoog met de leerlingen;
  • Leerlingen gaan in dialoog met elkaar;
  • Leerlingen leggen elkaar leerstof uit.

Observatietools voor daltonimplementatie
Het praktijkonderzoek van Vera naar wat een daltonschool tot een goede daltonschool maakt, heeft dus een lijst met vijf kenmerken opgeleverd van excellentie, die ‘vertaald’ zijn naar een aantal concreet waarneembare en dus te observeren punten.

Het was vervolgens natuurlijk een aantrekkelijke gedachte om van die concreet waarneembare punten een observatietool te maken, die gebruikt zou kunnen worden door scholen en leraren om via een zelfevaluatie tot verbeterplannen te komen.

Stand van zaken op excellente scholen
De observatietool is inmiddels in het lectoraat op een aantal door visiteurs aangemerkte ‘excellente daltonscholen’ gebruikt in een onderzoek naar die excellentie. Vera liet een grafiek met onderzoeksresultaten zien waarbij de observatietool was ingezet.

Duidelijk daarbij was dat kinderen vanaf groep 6 tot en met groep 8 geleidelijk groeien in de mate waarin zij concreet waarneembaar gedrag lieten zien die we toedichten aan wat scholen tot ‘excellente daltonscholen’ maakt. Gemiddeld was het echter nog vrij teleurstellend hoe intensief / hoe vaak dat gedrag te observeren is.

Blijkbaar is er ook op scholen, die als excellent zijn aangemerkt, nog wel werk aan de winkel.

Hoe verder?
De ‘tool voor observatie daltonimplementatie’ komt binnenkort beschikbaar. Het beschikbaar zijn van de tool zal op de NDV-fora te lezen zijn. Schoolteams kunnen hem gebruiken voor observaties en/of voor het in gesprek gaan over daltonimplementatie. Geadviseerd wordt om het middel cyclisch in te zetten.

De ‘tool’ is goed te gebruiken met een ander instrument: de ‘Daltonspiegel’. Dit middel bestaat uit een stel kaarten met vragen, waarmee in teamverband rond de vijf kernwaarden gesprekken aangezwengeld kunnen worden. De Daltonspiegel is een prijswinnend product. Bij de viering van het 90-jarig bestaan schreef de NDV een prijsvraag uit voor goede ‘daltonideeën’. De Daltonspiegel was prijswinnend en wordt nu uitgegeven. Alle scholen krijgen dit middel van de NDV opgestuurd.

In het decembernummer van DaltonVisie zal Vera over de observatietool en over haar onderzoek publiceren. Tevens zal er dan een artikel verschijnen over de Daltonspiegel.

Ook zin om naar het DaltonCafé te gaan?
De volgende DaltonCafés zijn inmiddels gepland.

  • Op 21 november 2022 (16.00-17.00 uur) gaan we weer met elkaar online rond het thema: Leren mag leuk zijn! (doelgroep PO & VO).
  • Op 16 januari 2023 (16.00-17.00 uur) zijn we weer online. Mogelijk zal dat in het teken staan van het jonge kind, aangezien hier vraag naar is vanuit de deelnemers van het DaltonCafé. Ideeën en tips over deze invulling zijn meer dan welkom!
  • Op 13 maart 2023 (16.00-18.00 uur) komen we dan weer eens een keertje fysiek bijeen: Seats2Meet op station Amersfoort. Het thema is dan De taak en eigenaarschap en de (digitale)leeromgeving (doelgroep PO & VO)
  • Het laatste DaltonCafé is op 8 mei 2023 (16.00-17.00 uur) (online). Ook voor dit café is het onderwerp nog niet bekend.

Alvast inschrijven om deel te nemen? Of collega’s interesseren? Dat kan via deze link: https://saxion.eu.qualtrics.com/jfe/form/SV_9tqLDhoFFmdGh5I

 

Deel deze pagina

Uitgelicht