In 1995 heb ik voor het eerst kennisgemaakt met het daltononderwijs in de praktijk. Ik werkte op een kleine school, die bedreigd werd in zijn voortbestaan, door dalende leerlingaantallen. Als team hebben we gezocht naar een onderwijsconcept dat bij onze werkwijze en zienswijze past en aantrekkelijk onderwijs zou creëren. Voor het bezoeken van scholen hadden we criteria opgesteld om zo nauwkeurig de verschillende scholen te kunnen vergelijken. Deze criteria waren een soort voorlopers van het visitatiekader. We keken bij alle bezoeken naar de zogenaamde daltonkenmerken, die destijds uit 3 pijlers bestonden: vrijheid in gebondenheid / verantwoordelijkheid, zelfstandigheid en samenwerken. Ook waren we op zoek naar scholen die reflectie hoog in het vaandel hadden en effectief en efficiënt aan het werken en leren waren.

We hadden voor elk bezoek een aantal vragen vooraf geformuleerd. De reacties op deze onderzoeksvragen vergeleken we met elkaar en het was een gedeelde (gezamenlijke) verantwoordelijkheid om een goede keuze te maken. Je zou het nu gedeeld eigenaarschap noemen. Na bezoeken aan verschillende (traditionele) vernieuwingsonderwijs-scholen, is de keuze gevallen op daltononderwijs.

Daltononderwijs staat nooit stil en blijft in ontwikkeling. Dat boeit mij en ik heb tot mijn pensionering altijd gewerkt op een daltonschool. Vanaf 2003 ben ik algemeen bestuurslid van de NDV en ben vicevoorzitter van het dagelijks bestuur en voorzitter van de visitatiecommissie VO geworden. Ik heb me voornamelijk bezig gehouden met het kritisch kijken naar het visitatiekader. Er werd in het begin van de jaren 2000 gewerkt met een indicatorenlijst en die werd gebruikt als afvinklijst. Niet meer van deze tijd. We kozen voor een ander aanpak vanuit het waarderend perspectief, waarbij de school laat zien hoe zij vorm en inhoud heeft gegeven aan de daltonkenmerken. Vervolgens wordt het ontwikkelvermogen beschreven en wordt het gedeelde eigenaarschap toegelicht.

Vanuit mijn visie moet je de daltonontwikkeling zichtbaar maken en moet je als kaders de daltonidentiteit (2017) als uitgangspunt nemen en kijken of de school in ontwikkeling blijft. Samen met bestuurslid Riet Piket heb ik destijds een eerste stap gezet om het visitatiekader aan te passen aan de onderwijskundige ontwikkelingen en wijze van reflecteren die beter passen bij de daltonwerkwijze. Het eigenaarschap voor de zelfevaluatie ligt bij de te visiteren school en daar hoort het ook. Een visitatieteam komt langs om de ontwikkelvragen van de school te beantwoorden en een mening te geven over het feit of een school continu bezig is met reflectie, aanpassen en uitbouwen wat goed is.

Pas als een schoolteam een gedeeld eigenaarschap kent, dan is er sprake van groei en wordt het onderwijs aangepast aan de huidige omstandigheden en ontwikkelingen. Samen de schouders er onder zetten en de kernwaarde samenwerken ook daadwerkelijk in de praktijk brengen.

Ik ben trots op het huidige visitatiekader die de school helpt om de volgende stap te zetten, niet een oordeel velt, maar alleen aanbevelingen geeft om nog beter te worden.

Ik ben in de afgelopen 20 jaar op heel veel daltonscholen voor VO geweest en heb daar gevisiteerd. Iedere keer als ik weer thuis kwam, was ik moe, maar kwam met veel bagage terug om de vele leuke ideeën toe te passen in mijn eigen school. Ik weet zeker dat ik dat ga missen.

Siemon van der Wal

Deel deze pagina

Uitgelicht