Download dit artikel

door Patrick Sins, lector Vernieuwingsonderwijs

Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) wil dat alle leraren vanaf 2020 doen aan peer review: elkaar feedback geven na lesbezoeken. Ook op andere scholen. Goed idee?

OCW heeft in het ‘Actieplan Leraar 2020 – Een krachtig beroep’ de ambitie geformuleerd dat in 2020 alle scholen structureel peer review toepassen, in het bijzonder ‘interscolaire visitatie’. Hierbij observeren leraren van verschillende scholen elkaars lespraktijk en geven ze elkaar feedback. Bij interscolaire visitaties ligt de nadruk meer op het leren van en met elkaar, in plaats van dat de kwaliteit van het onderwijs wordt beoordeeld zoals het geval bij visitaties in het daltononderwijs.

Peer review blijkt erg effectief om de voortdurend veranderende onderwijspraktijk goed aan te kunnen. Veel scholen doen er aan, maar dan vooral binnen de eigen school. De Onderwijscoöperatie hield een pilot onder tien basis- en zes middelbare scholen, in nauwe samenwerking met de PO-Raad, VO-raad, MBO Raad en OCW, om te kijken of ook interscolaire visitatie een zinvolle vorm van peer review kan zijn. De scholen werden in koppels verdeeld waarbinnen groepen van leraren in duo’s bij elkaar op bezoek gingen om te werken aan elkaars leervragen. Ik heb in samenwerking met onderzoekers van het Welten-Instituut van de Open Universiteit onderzoek gedaan naar de doelmatigheid van peer review. De bevindingen uit ons onderzoek leiden tot praktische handreikingen voor daltonscholen die zelf met peer review aan de slag willen.

Schooloverstijgend

Vaak blijkt het niet alleen leuk om feedback te geven aan collega’s die op een andere school werken, maar geobserveerde leraren waarderen het ook erg, blijkt uit ons onderzoek waarin we de leraren bevroegen met vragenlijsten en interviews. De feedback helpt leraren om ‘met een andere bril’ naar hun lespraktijk te kijken. Maar niet alleen het ontvangen van feedback, ook het observeren van collega’s maakt leraren bewust van verschillende benaderingen tot lesgeven en draagt bij aan het realiseren van een kritische houding ten opzichte van het eigen onderwijs.

In de pilot gaven de leraren vooral twee vormen van feedback: ‘discrepantiefeedback’ en het geven van verbeterstrategieën. Bij de eerste vorm bespreken leraren de verschillen tussen een vooraf bepaald doel en wat ze tijdens lesbezoeken hebben geobserveerd. Ze zien bijvoorbeeld dat een collega veel directe instructie geeft, terwijl zijn doel is om meer met activerende werkvormen te doen. Bij het geven van verbeterstrategieën maken leraren vervolgens duidelijk hoe hun collega dat doel zou kunnen bereiken.

Praktische uitdagingen

Voor zover er uitdagingen zijn voor interscolaire visitatie blijken deze vooral praktisch van aard te zijn: ze betreffen de afstand tussen scholen en de inroostering van leraren. Tijdens de interviews gaven leraren aan dat ervaringen uit de pilot hebben geleid tot het opzetten van een ‘buddysysteem’, waarbij collega’s binnen een of meer scholen onder hetzelfde schoolbestuur als ‘buddy’ optreden en een collega feedback geven. De praktische barrières zouden hiermee deels weggenomen kunnen worden.

Bereidheid

Een structurele toepassing van peer review is een goede manier om professionele ontwikkeling te verduurzamen. Maar het verplichten van peer review, zoals de overheid wil, kan alleen effectief zijn als leraren en scholen zelf invulling mogen geven aan de randvoorwaarden en de vorm, dus zelf mogen besluiten of ze ook schooloverstijgend willen werken. De effectiviteit van peer review is verder sterk afhankelijk van de mate waarin ze bereid zijn om te leren van en met elkaar. Alleen dan kunnen ze elkaar ook echt verder helpen.

Hoe organiseer je peer review tussen scholen?

  1. Maak een realistische planning. Zorg dat de doelen van interscolaire visitatie voor scholen en leraren helder zijn, alsmede de activiteiten die moeten bijdragen aan het bereiken van die doelen. Denk aan trainingsbijeenkomsten, teamoverleggen, lesbezoeken, maar ook intervisiesessies en informele gelegenheden voor reflectie. Met een tijdspad kun je aangeven wie wanneer de activiteiten uitvoert. Vergeet de verslaglegging niet. Daar kun je in de toekomst veel aan hebben.
  2. Oefen vaardigheden zoals het ontvangen en geven van feedback, het voeren van een reflectieve dialoog, het observeren van een les. Laat leraren bijvoorbeeld naar aanleiding van een lesbezoek de geobserveerde collega interviewen met vragen als: wat wilde je bereiken, wat deed je, wat wilden je leerlingen en wat deden ze?
  3. Stel voorafgaand aan de lesbezoeken criteria (kijkwijzer) vast en zorg dat leraren zo feedback krijgen waar ze echt wat aan hebben.
  4. Rooster leraren vrij. Het uitvoeren van een interscolaire visitatie vergt ongeveer een dag aan professionaliseringstijd. In deze tijd kunnen leraren vaardigheden oefenen en een collega feedback geven.
  5. Zorg voor een veilige leeromgeving. Voorkom dat leraren het gevoel hebben dat ze worden beoordeeld. Dit kan onder meer door de feedback zo specifiek en kort mogelijk te houden: feedback moet alleen informatie bevatten over het observeerbare gedrag en daar geen interpretatie van zijn. Empathie, oprechtheid en een onbevooroordeelde blik zijn voor succesvolle peer review van groot belang.

Kijkwijzerapp

De Onderwijscoöperatie heeft een app ontwikkeld waarmee je een eigen kijkwijzer voor lesobservaties kunt samenstellen. Erg handig als je elkaars lessen wilt observeren en de ander gestructureerd feedback wilt geven.

Meer info: www.kijkbijmijnles.nl/kijkwijzer

Deel deze pagina

Uitgelicht