Afgelopen woensdag 10 mei verscheen het jaarlijkse rapport van de inspectie van het onderwijs “De staat van het onderwijs 2023”. Een lijvig stuk van 180 pagina’s met foto’s, infografics, tabellen, grafieken en heel veel tekst over de toestand van het onderwijs in Nederland. Een beschrijving van de (meetbare) opbrengsten van het onderwijs. Ik twijfel niet aan de integriteit van de opstellers van het rapport. Helaas gaat na het verschijnen van het rapport heel Nederland ermee aan de haal…

De koppen logen er niet om: “Taal en rekenen nog niet op orde (Ouders en onderwijs), “Inspectie roept op tot meer regie en ambitie in aanpak basisvaardigheden” (VO-raad), “Weer beheersen Nederlandse scholieren de ‘basisvaardigheden’-lezen, schrijven, rekenen –  te weinig” (NRC), “Zorgen om basisvaardigheden leerlingen, maar scholen kunnen meer doen”(Nationale onderwijsgids), “Inspectie: onderwijs onder de maat. ‘Stap naar verbetering duurt te lang’” (Het Parool), “Nog steeds zorgen over taal- en rekenniveau in het onderwijs” (Nu.nl).

Ook de afgelopen jaren waren de oneliners naar aanleiding van de eerdere rapporten SvO in de verschillende media niet mals, hieronder alleen al de koppen van de NOS:

2016 – “Ongelijkheid in het onderwijs vergroot”. 2017 – ”Zorgelijke trend: Even slim maar geen gelijke kansen op school”. 2018 – “Het Nederlandse onderwijs glijdt af: al 20 jaar daalt niveau, zegt inspectie”. 2019 – “Lerarentekort zwarte scholen nijpend”. 2020 – “Kwart 15-jarigen kan bijsluiter of brief van school niet goed lezen”. 2021 – “Inspectie: ‘grijp kans om onderwijs na coronapandemie structureel te verbeteren’”. 2022 – “Inspectie: ‘lezen, schrijven en rekenen in onderwijs nog steeds niet op orde’”.

Binnen de NDV werken we bij onze visitaties (toch ook een soort ‘staat van het onderwijs’ voor elke gevisiteerde school) met een waarderend onderzoekskader. Uit deze visitaties komen aanbevelingen naar voren die als doel hebben de scholen verder te helpen in hun ontwikkeling. Ook als de aanbevelingen stevig zijn, gaan de scholen voortvarend door met de ontwikkeling van hun school, met de input van de visitatieteams als steun in de rug en met een ervaren waardering voor alles wat er goed gaat.

Zou een landelijke “Staat van het onderwijs” ons niet veel verder kunnen helpen als de waardering van wat er allemaal goed gaat ook duidelijk over het voetlicht gebracht wordt? Als er niet alleen koppen in het nieuws komen met wat er allemaal NIET deugt, maar juist hoe mooi en waardevol het vak van leraar is, juist in deze periode na een pandemie, waarbij de wereld op z’n kop heeft gestaan? Hoe leraren op heel veel plekken juist het verschil maken? Hoe leerlingen weer leren om met elkaar om te gaan en met alle volwassenen in hun school? Hoe vooral ook  de socialisatie en de persoonsvorming van leerlingen (en medewerkers?) weer op gang is getrokken, juist door weer bij elkaar te zijn?

Zouden we niet beter in staat zijn om nieuwe medewerkers voor het onderwijs te interesseren door te laten zien dat het in het overgrote deel van de scholen en met het overgrote deel van de leerlingen goed gaat? Natuurlijk moet je niet wegkijken voor dingen die beter kunnen. Maar even natuurlijk zetten medewerkers in elke school elke dag hun beste beentje voor om met hun leerlingen er weer een goede dag van te maken. Ik geloof niet dat er één collega is die ’s morgens de school binnenloopt om er vandaag maar eens met de pet naar te gooien. Geen conciërge, geen onderwijsassistent, geen leraar, geen schoolleider, geen bestuurder heeft als ambitie leerlingen niets te leren.

We hebben rust nodig. Ruimte. Vertrouwen. En geen schreeuwende koppen die ons geen steek verder helpen.

Elvira van den Hoek
Voorzitter NDV

Deel deze pagina

Uitgelicht