Ik blijf het proberen, het lezen van het lijvige rapport “De Staat van het onderwijs” van de Inspectie. En dit jaar heb ik besloten: ik ga het rapport waarderend lezen. Waar in het rapport lees ik wat er allemaal goed gaat in het onderwijs? Waar lees ik de waardering voor alle mensen in het onderwijs die dagelijks hun beste beentje voor zetten om leerlingen een fijne en goede schooltijd te bezorgen? Waar zie ik aanknopingspunten voor een positief verhaal over het onderwijs, een verhaal dat mensen overhaalt om met leerlingen te gaan werken? Om al die tekorten op te vullen en om in een klas te komen staan?

En ik heb een paar passages kunnen vinden! Ik citeer en parafraseer:

“Op veel scholen lukt  het op eigen kracht. Basisvaardigheden zijn er op orde, lerarentekorten zijn er klein, ze dragen zorg voor kansengelijkheid, bieden kwetsbare leerlingen extra ondersteuning, hebben aandacht voor het welbevinden van leerlingen. Deze scholen doen ertoe voor hun leerlingen en maken het positieve verschil in de levens van leerlingen, ook in wijken waar dat niet vanzelfsprekend is.”

“Er zijn scholen met een effectieve aanpak van professionalisering, waar elke docent goed toegerust voor de klas staat. Er zijn besturen die de kwaliteitszorg op orde hebben en die zorgen voor een duidelijke visie op basisvaardigheden die ze in alle vakken integreren.”

“Ook het werkplezier is in het onderwijs nog steeds hoog in vergelijking met andere sectoren.”

“De positieve voorbeelden in het onderwijs bieden een kans: samenwerken, professionaliseren en focus aanbrengen zijn de gemeenschappelijke kenmerken van de scholen waar het goed gaat.”

En ook zegt de Inspectie ook nog het volgende: “de verhalen en ervaringen van deze scholen liggen voor het oprapen.”

Wat nou zo jammer is, is dat die positieve verhalen en ervaringen niet opgeraapt worden… De overige 120 pagina’s van de Staat van het onderwijs zijn grotendeels een aaneenrijging van onheilstijdingen en alarmerende staatjes. En die worden wel opgepikt, in de pers. Zonder nuance: 1 op de 5 scholen doet het slecht. Staat er dan. En dat is niet waar!

Wel waar: 80% van de scholen zijn door de inspectie bij steekproefsgewijs toezicht voldoende beoordeeld. Maar verder is ook het volgende (met een vergrootglas) te vinden:

Leerresultaten:

PO 97% voldoende/goed

VO 98% voldoende/goed

Pedagogisch-didactisch handelen:

PO 94% voldoende/goed

VO 85% voldoende/goed

Veiligheid:

PO 98% voldoende/goed

VO 93% voldoende/goed

Hoe mooi zijn deze cijfers! En dat met een gigantisch lerarentekort, waarbij ook duidelijk wordt uit het rapport van de Inspectie, dat juist waar het lerarentekort het grootst is en waar de leerlingen het hardst een goede leraar nodig hebben, de resultaten achterblijven. Me dunkt!

Draai het eens om, Inspectie en maatschappij: ondanks een gigantisch leraren- (en schoolleiders)tekort, weten scholen nog wonderwel hele goede leerresultaten te behalen met pedagogische en didactische vaardigheden die grotendeels op orde zijn en die op bijna alle scholen een veilig klimaat opleveren…

Hoeveel waarde moeten we eraan hechten als 88% van de vo-scholen een herstelopdracht krijgen? Of 74% in het PO? Als ik dat in mijn klas doe: 88% van de leerlingen een “onvoldoende” teruggeven, dan ga ik twijfelen aan mijn lessen, de helderheid en haalbaarheid van mijn doelen, de betrouwbaarheid van mijn toets. Maar niet – nee nooit- aan mijn leerlingen…

Intussen gaan wij met z’n allen door. En gelukkig eerst even de vakantie in, even bijkomen voor de eindsprint naar de zomer. Geniet ervan en laat de Staat, de staat…!

Elvira van den Hoek

Deel deze pagina

Uitgelicht