Door René Berends, onderzoeker van het lectoraat Vernieuwingsonderwijs

Nog nooit is de mening van ‘de gewone Nederlander’ zo belangrijk geweest als nu. Interviewbureaus laten ons dagelijks hun grafieken zien over wat we met elkaar vinden. Voor sommige politici bieden deze meningen een kans uit duizenden. Zij luisteren goed naar wat ‘Henk en Ingrid’ vinden, want ze weten dat hun populariteit vooral afhangt van de mate waarin en de spitsvondigheid waarmee ze die meningen nabouwen.

Ik wens me echter politici toe, die niet de meerderheid napraten, maar die goede, eigen ideeën hebben en een visie op de toekomst; politieke leiders, die niet achter de meerderheid aanlopen, maar die me juist een weg wijzen, een alternatief bieden; staatslieden die me met argumenten proberen te overtuigen hen te volgen, ook als de weg die ze voorstaan, moeilijk is. De meeste maatschappelijke problemen zijn nu eenmaal niet met oneliners op te lossen. Ze vragen om oplossingen, waarover nagedacht is.

Lang en gedegen nadenken over oplossingen is echter uit de tijd, in ieder geval in de politiek. Onze tijd vraagt om het snel bepalen van standpunten. Zijn de stellingen eenmaal ingenomen dan is een afspraak een afspraak, een deal een deal. Het liep in oktober 2006 voor Wouter Bos dan ook uit op een zware politieke nederlaag, toen Jan Peter Balkenende hem toeriep: “U draait en u bent niet eerlijk!” Draaikonterij is ‘not done’.

Maar wat is er eigenlijk mis met voortschrijdend inzicht? Heeft het veranderen van je mening op basis van nieuwe informatie en betere argumenten niet juist een grote waarde? Is het niet de essentie van vooruitgang, dat we aangeven waar je ‘fout’ zat en waar je dat verbeterd hebt? Het lijkt me, dat een mens die nooit van inzicht verandert, gewoon langer in de spiegel moet kijken. Heeft bijvoorbeeld een wetenschapper die een leven lang gelijk heeft, ooit goed onderzoek gedaan? Graven we ons niet te snel in dogma’s in, omdat het een teken van zwakte is om genuanceerd te zijn of te twijfelen? 

Natuurlijk! Van mening veranderen is moeilijk. Je houdt het liefst vast aan je eigen gelijk. Maar we zouden onze kinderen toch echt moeten leren te zeggen: “Nu ik er nog eens over nadenk…” of: “Bij nader inzien vind ik toch…”. Of beter: laten we ze leren, dat het verstandig is om eerst nog even geen mening te hebben, dat het eerst nodig is om informatie te verzamelen, argumenten te bouwen en om een probleem vanuit verschillende perspectieven te bezien. “Wat vind jij?” mag dus gewoon het antwoord krijgen: “Dat weet ik nog niet!”

Misschien moeten we zelfs op zoek naar waar we fout zitten en dat ook benoemen. Hoe eerlijk is het als we onze stondpunten zouden verhelderen: hier stond ik eerst, dit vond ik eerst, maar nu ik er wat langer over nagedacht heb, vind ik …!” Stondpunten – het woord is van taalkundige Wim Daniëls – gaat over standpunten die we hebben verlaten. Stondpunten erkennen gaat niet over draaikonterij. Het gaat over leren van je fouten, je laten overtuigen door nieuwe argumenten, het opschuiven in je mening en over nuanceren en beter onderbouwen. Het is een geweldig medicijn tegen het hameren op het eigen gelijk.

Deel deze pagina

Uitgelicht