Zoals gewoonlijk  is de zomervakantie voor mij weer een inspiratiebron geweest voor de eerste column van dit nieuwe schooljaar.

Zittend op een bankje aan een zonovergoten Italiaans meer had ik uitzicht op vele Italiaanse gezinnen met jonge kinderen. Het gezinsleven aan de rand van een meertje of zee lijkt overal hetzelfde beeld te geven van de eenvoud van het leven. Geen ingewikkelde pretparken of andersoortig vermaak, gewoon een kleedje op het gras en wat eten, drinken en iets tegen de zonnebrand. Toch vielen mij gelijk al de nodige dingen op. Een flink aantal Italiaanse gezinnen bestond uit oma, mama en de (klein)kinderen. Mannen, vaders of opa’s waren zwaar ondervertegenwoordigd. De wijze waarop oma en moeder omgingen met de kinderen mocht  inconsequent worden genoemd. Daar waar moeder het kind in slaap probeerde te krijgen met wat wiegen, sleepte oma het kind naar de schommel om het kind te activeren. Nou ja activeren, het kind zat volkomen passief op de schommel en liet zich door oma duwen en trekken. In alles wat ik die middag kon aanschouwen qua interactie tussen oma, moeder en kinderen herkende ik verregaande passiviteit bij de kinderen van verschillende leeftijden. Alles werd voor hen gedaan, ze hoefden niets zelf te bedenken of te ondernemen. Ook een groot prentenboek werd door oma blad voor blad omgeslagen, terwijl het kind duidelijk interesse had in andere bladzijden of de grassprietjes naast het kleed. Toen het tijd was om weer naar huis terug te gaan, werd door oma en moeder de wandelwagentjes volgeladen met de spullen die ze bij zich hadden. Plots werden de kinderen actief door contraproductief de spullen weer uit het wagentje te gooien. Uiteindelijk na heel veel bukwerk ging het viertal huiswaarts. Na het zien van al dat gepamper en het wegdrukken van enig eigen initiatief van de kinderen, dacht ik aan onze goede bedoelingen in ons daltononderwijs om toch maar zoveel als mogelijk het kind eigenaar te laten zijn van zijn eigen ontwikkeling. De kernwaarden waren hier duidelijk ook op vakantie.

Wat was ik blij dat de formatie op mijn school de eerste schooldag weer op orde was. Iedereen weer gezond terug van vakantie en met heel veel zin om er opnieuw een mooi schooljaar van te maken. Heel veel scholen in ons land zijn echter begonnen met een onvolledige formatie, waarbij al gelijk met heel veel kunst- en vliegwerk de gaten werden opgevuld. Het kan niet anders zijn dat de kwaliteit van het onderwijsaanbod hieronder te lijden heeft. Politieke oplossingen zijn nog ver weg om het lerarentekort weg te werken. Je hoort werkelijk absurde commentaren: ” Als iedereen een halfuurtje meer werkt is het probleem opgelost” of ” Laat iedereen weer fulltime werken” .

Volgens mij ligt de oplossing voor het lerarentekort en de te hoge werkdruk  niet in meer, meer en meer. Maar wel in het verminderen van de onderwijstijd in Nederland. Gemiddeld gaat een basisschoolleerling 940 uur naar school verdeeld over 5 schooldagen van rond de 5 uur. Uit onderzoek (OESO Education at a glance,2017) is gebleken dat meer lestijd niet zorgt voor verhoging van de kwaliteit.  Een land als Finland waar het onderwijs van hoge kwaliteit is, daar gaan de kinderen nog geen 700 uur per jaar naar school. De kwaliteit komt daar voornamelijk voort uit zeer goed opgeleide docenten met een hoog maatschappelijk aanzien. Ook andere landen die hoog staan in de ranking, zoals Zuid Korea ,Japan en Estland draaien minder dan 800 lesuren per jaar. Wij zouden in ons land een eerste stap kunnen maken in de verlaging van de onderwijstijd naar bijvoorbeeld 880 uur per schooljaar, dat is 40 weken van 22 uur. De vierdaagse schoolweek van 5,5 lesuur per dag behoort dan tot de mogelijkheden. De 5e dag kan dan door leerkrachten gebruikt worden om zich goed voor te bereiden, administratief werk te doen, te vergaderen, onderwijs te vernieuwen en bij te tanken voor de volgende schoolweek. Mocht gedurende de week er sprake zijn geweest van lesuitval door een tekort aan leerkrachten vanwege ziekte of verlof, dan kan de vijfde dag ook gebruikt worden om lestijd in te halen. Bij een gelijkblijvende normjaartaak is dit een win-win situatie voor iedereen. De school is vijf dagen per week open voor vier dagen les. Op eenzelfde school schuiven met de lesvrije dag per bouw of afdeling levert ook een bijdrage aan het lerarentekort. Op sommige scholen zijn ook al experimenten gestart om met enkele leerkrachten verantwoordelijk te zijn voor een afdeling. Niet meer denken in klassen maar in units. Kortom, genoeg mogelijkheden om te werken aan het terugdringen van het lerarentekort en de werkdruk door het verminderen van het aantal lesuren op jaarbasis en het aantal lesdagen per week.

Met vriendelijke groet,

Willem Wagenaar

voorzitter NDV

Deel deze pagina

Uitgelicht