In deze column wil ik graag aandacht schenken aan de basis van ons handelen: VERTROUWEN.
Vertrouwen kan je winnen en verliezen. In onze westerse cultuur gaan we er basaal eerder vanuit dat we elkaar vertrouwen dan wantrouwen. Ik heb daar menig gesprek over gevoerd met mijn conciërge op school. Hij is opgegroeid in Rusland en daar ook het grootste deel van zijn leven gewoond. In alle sociale contacten was zijn basis wantrouwen. “Je weet niet of de ander te vertrouwen is”. Het duurt dan een lange tijd voordat het vertrouwen in de ander gewonnen is. Hij verbaasde zich telkens weer als wij westerlingen vol vertrouwen de sociale contacten met de ander aangaan. Ongetwijfeld is dit vertrouwen te danken aan het feit dat we al een lange tijd in vrijheid met elkaar mogen samenleven. Vrijheid geeft vertrouwen waarbij we met een gerust hart de ander verantwoordelijkheid kunnen geven. Door het geven en nemen van verantwoordelijkheid neemt het vergroten van vertrouwen in elkaar toe. Daardoor neemt het zelfvertrouwen toe om zelfstandig te gaan handelen en de samenwerking met een ander aan te gaan.
Toch gaat het wel eens mis met het gestelde vertrouwen. Met name als eindverantwoordelijk leidinggevenden in onze samenleving het niet zo nauw nemen met het dragen van deze verantwoordelijkheid. Het is werkelijk stuitend als leidinggevenden in onze samenleving onverantwoord met hun positie omgaan. Slecht functioneren, geen voorbeeld zijn, absurd hoge salarissen verdienen en een vette bonus meekrijgen als het tot ontslag leidt. Helaas doen dit soort voorvallen zich dagelijks voor en leidt dit ook vaak tot verlies van werkgelegenheid binnen het bedrijf cq. instelling en/of de klant is meer geld kwijt aan het afnemen van de dienst of het product. Ook de samenleving moet dit onverantwoordelijk handelen via de overheid repareren. Denk hierbij maar aan de bankencrisis. Naar diezelfde overheden neemt ook het vertrouwen af als zij getuigen van onverantwoordelijk handelen.
Elke keer als ik bemerk dat een ouder geen vertrouwen meer heeft in de school heb ik daar zwaar de pee in. Ook al ben ik mij bewust van het feit dat heel veel ouders wel degelijk vertrouwen hebben in ons handelen, ik voel het als een zwaar verlies als dit niet zo is. Ik wil er ook altijd tot in detail van weten als het vertrouwen er niet meer is. Door de collega en de ouder te spreken en zelf te observeren krijg ik een aardig beeld van de ontstane situatie. Waar gewerkt wordt vallen spaanders. Dit geldt zeker ook voor een school. De eisen die aan een leerkracht worden gesteld zijn groot. De kritische houding van de ouder neemt toe. Als communicatie uitblijft of gebrekkig is bij een ongewenst voorval neemt het vertrouwen af. Als leerkracht en ouder elkaar niet meer goed verstaan worden er vaak derden bij betrokken. Collega’s klagen bij elkaar over de ouder en de ouders weten elkaar wel te vinden op het schoolplein of elders.
Binnen de kortste keren loopt iets uit op een “conflict”dat opgelost moet worden. Ik breng graag partijen bij elkaar om iets uit te praten en doe daarbij altijd een beroep op de professionaliteit van mijn collega. “Het is werk en laat het niet tot op je botten komen”. Bij de ouder doe ik een beroep op de redelijkheid. We hebben maar één doel gezamenlijk voor ogen: “Het beste voor uw kind”. Mocht blijken dat de ouder het vertrouwen in de school kwijt is, dan raad ik deze ouder aan om zijn kind van school te nemen. Ik begrijp het dan niet als de ouder deze stap niet neemt en elke dag zijn kind toch aan ons toevertrouwt. Een goede samenwerking en een stevige vertrouwensbasis is in mijn ogen noodzakelijk om met elkaar verder te gaan. Een kritische ouder hoort daarbij, net zo goed als een kritische leerkracht. Je mag elkaar van opbouwende kritiek voorzien in het belang van het kind. Hiertoe is een gezonde zelfreflectie van groot belang. De ouder of leerkracht die met de vinger wijst naar de ander zonder het eigen functioneren daarin mee te nemen vormt de bron van afnemend vertrouwen en stress.
Vanmorgen las ik in het Parool een artikel over de druk die hoger opgeleide ouders uitoefenen op beginnende leerkrachten in Amsterdam en dat dit zorgt voor een uitval van een kwart van deze collega’s binnen vijf jaar. Dit blijkt uit onderzoek van onderwijskundige Lisa Gaikhorst verbonden aan de universiteit van Amsterdam. Toevalligerwijs heeft twee dagen eerder de kick off
plaatsgevonden van een onderzoek van de Vrije Universiteit naar de communicatie tussen school en ouder. Aan dit onderzoek nemen tien scholen, waaronder de mijne, deel en duurt vier jaar. Ben benieuwd naar de uitkomsten hiervan.
Laten we in de tussentijd vooral vasthouden in hetvertrouwen in elkaar en dat dit de basis van ons daltononderwijs voor altijd blijft.

Willem Wagenaar

voorzitter

Deel deze pagina

Uitgelicht