Het onderwijs wordt teveel belast met administratieve taken. In het programma Monitor van zondag 10 januari werd dit onderwerp stevig onder de loep genomen. Een inspecteur uit het noorden van het land nam zijn verantwoordelijkheid door aan te geven dat het niet de inspectie is die deze administratieve last oplegt. “De bedoeling is dat het kind gevolgd wordt op papier”. “Dat is niet hetzelfde als administratie?”, vroeg de reporter. Het antwoord bleef uit. De hoofdinspecteur primair onderwijs  nam in dezen zijn verantwoordelijkheid niet door zijn mening niet te geven. Dan maar naar de staatssecretaris van onderwijs. Sander Dekker koos uiteindelijk de zijde van de onderwijzer die een beroep zou doen op hem om hem te steunen in de strijd tegen de administratieve rompslomp. Hij was de volgende schooldag het gespreksonderwerp aan de koffietafel van vele scholen. “Nou, volgens de staatssecretaris hoeven we geen onnodige administratie te voeren”, tot  ” Parnassys kan wel in de prullenbak” en “Voor wie doen we het eigenlijk wel”? Het werd tijd voor mij om de hekken te openen om de kinderen binnen te laten. Dat was nu eenmaal op dat moment mijn verantwoordelijkheid. Later op de dag vroeg ik aan de meest opruimerige collega wat hij er van zou vinden als zijn huisarts geen aantekeningen bij zou houden van zijn medicijngebruik en andere relevante zaken. “Dat zou niet kunnen”, was zijn antwoord.

Het lijkt wel of we in het onderwijs met allemaal kinderen te maken hebben, waar we dagelijks aantekeningen van zouden moeten maken als waren wij huisarts. Van gezonde mensen wordt door de huisarts geen administratie gevoerd. Moeten we dat wel doen van gezonde leerlingen? Dat we leerlingen “with special needs” (zoals de Engelsen dat zo mooi uitdrukken) ook voorzien van een specifieke aanpak en dat goed op moeten schrijven, spreekt voor zich. Maar moet dat ook van alle leerlingen? Ik ben van mening van niet.

Wij hebben jaren op school een volgblad gebruikt voor de meest essentiële zaken rondom een leerling, zodat dat een onderlegger was voor de overdracht naar de volgende collega.

In leerlingadministratie- en leerlingvolgprogramma’s zoals Parnassys en Zien kun je je helemaal uitleven om het kind maar zo optimaal mogelijk te volgen. Wat we er vervolgens mee doen is hoofdstuk 2.  Lesgeven aan zo’n dertig kinderen die allemaal een andere aanpak nodig hebben als we ons eigen volgsysteem volgen. Een absolute onmogelijkheid.

Het speelveld van de leerkracht komt er uit te zien als een soort dambord, waarbij elk vakje een andere invulling moet krijgen. Geef mij drie tot vier leerlingen en ik kom een heel end. Maar niet bij dertig leerlingen waarvan er ongeveer vier  tot vijf leerlingen door passend onderwijs op de basisschool zijn gebleven. De eisen zijn te hoog en menig onderwijsgevende verlengt de werkweek met een flink aantal uren om aan die eisen te voldoen. Als dezelfde leerkracht voor de zoveelste keer in de media wordt aangepakt omdat het onderwijs weer eens niet deugt, dan is de burnout nabij.

Geef de leerkracht zijn speelveld terug. Een aantal duidelijke afspraken die de zijlijnen van het speelveld vormen, is  voldoende om de professional verantwoordelijk te maken voor de invulling van het spel met de leerlingen. Een leerkracht die de verantwoordelijkheid krijgt en neemt voor het geven van goed onderwijs en dit ook deelt met zijn collega’s en support krijgt van de schoolleiding zal een betere leerkracht zijn dan de “boekhoudende” leerkracht.

Het zet de leerkracht in zijn kracht en hij zal ook zijn leerlingen in hun kracht zetten. 

Afgelopen vrijdag maakte ik weer een mooi staaltje verantwoordelijkheid geven en nemen mee op mijn school. Door ziekte van een collega die altijd de muziekinstallatie  bedient met het open podium, hadden we een probleem. Wie gaat het doen?

Niemand die er verstand van had. Plots schoot mij te binnen dat twee leerlingen in groep 8 vorig schooljaar met deze apparatuur hadden gewerkt bij de kinderdisco. Ik vroeg hen of ze voor de muziek op het open podium verantwoordelijk wilden zijn. Dat wilden ze wel.

Ik benoemde beiden tot CHEF muziek. Het open podium liep als een trein en de jongens gingen er voor de volle 100% tegenaan. Uiteraard heb ik ze ten overstaan van het publiek in het zonnetje gezet. De aanwezige ouders heb ik meegegeven om hun kind vooral ergens CHEF van te maken.

Verantwoordelijkheidszin groeit door het geven en nemen. Daltonschool

Willem Wagenaar

voorzitter

Deel deze pagina

Uitgelicht