Dalton en platform onderwijs 2032

De adviezen voortkomend uit het rapport “platform onderwijs 2032” ademen één en al dalton.

We hebben vanuit de NDV samen met de andere traditioneel vernieuwende onderwijsconcepten gezamenlijk dit platform gevoed. De jaren daarvoor hebben we zowel de politiek verantwoordelijken als de inspectie duidelijk gemaakt dat het maar eens afgelopen moest zijn met de afrekencultuur. Zet scholen in hun kracht door meer waarderend te auditen. Afgelopen zaterdag werd in het programma Nieuwsuur  een impressie weergegeven van een inspectiebezoek in het VO aan de hand van het vernieuwde toezichtskader. De leraren gaven aan hier heel tevreden over te zijn omdat de inspectie veel breder kijkt dan alleen maar naar de kale opbrengsten. Ook het feit dat de inspectie weer meer de rol gaat pakken van “critical friend” doet des daltons aan. 

Enkele opmerkelijke uitspraken uit het rapport van platform onderwijs 2032:

  • Persoonlijke ontwikkeling als centraal uitgangspunt voor het onderwijs;
  • Leerlingen leren omgaan met vrijheid en verantwoordelijkheid en over de grenzen heen te kijken;
  • Onderwijs prikkelt creativiteit en nieuwsgierigheid, leerlingen leren zich blijvend te ontwikkelen;
  • Het onderwijs biedt maatwerk en is relevant;
  • Ruim baan voor ambitieuze verdieping en verbreding per school en per leerling
  • Het eigenaarschap van scholen versterken
  • Niet alleen toetsen wat meet- baar is, ook wat ‘merkbaar’ is;
  • Leerlingen leren de kansen van de digitale wereld te benutten;

Toen Helen Parkhurst in de jaren 20 van de vorige eeuw een beeld mocht schetsen van het onderwijs in 1932 zou ze dezelfde uitspraken gedaan hebben, met uitzondering van de laatste, “de digitale wereld” kon ze niet voor ogen hebben , alle andere uitspraken hebben ons geïnspireerd tot het geven van ons daltononderwijs heden ten dage.

“Ik weet eigenlijk maar één ding: de jaar of wat dat ik jullie heb en dat jullie mij hebben, behoren we enkel maar een gelukkige klas te zijn. En de rest is nonsens hoor, al zal ik dat jullie nooit zeggen   Theo Thijssen (1879-1943) uit: “De gelukkige klas” 1926.

De beroemde laatste regels uit de roman De gelukkige klas dienen door iedere lesgever zéér ter harte te worden genomen. Sterker nog: ze dienen het alfa en omega van het lesgeven te zijn. Het is de conclusie van meester Staal op het eind van zijn dagboek over zijn belevenissen als onderwijzer op een Amsterdamse volksschool. Meester Staal laat daarmee zien dat hij een zeer wijs lesgever was die diep in de kinderziel kon kijken. Een groot pedagoog, een voorbeeld voor iedere hedendaagse lesgever.

De roman, ook al is hij negentig jaar geleden geschreven, is nog steeds actueel. Misschien wel actueler dan ooit. Zeker in een tijd waarin het schoolleven van een leerling lijkt te draaien om een aaneenschakeling van toetsen en tests. Zeker in een tijd waarin doorstroomgegevens en opbrengstkaarten het allerbelangrijkste in het onderwijs lijken te zijn. Zeker in een tijd waarin Cito, beleidsmakers, de inspectie en tal van onderwijskundige adviseurs steeds verder het leslokaal binnendringen. Zij dienen allen op grote afstand gehouden te worden. Dat leert het dagboek van meester Staal. Daarom het dringende advies aan ieder die het onderwijs ter harte gaat: lees nu eens niet die inspectierapporten en beleidsnota’s, maar lees deze roman! Echt, het doet je weer beseffen waar het in dat mooie vak eigenlijk om draait.

Bovenstaande tekst is overgenomen uit de Bildungs scheurkalender 2016 en is afkomstig van Eduard de Graaf Leraar Nederlands aan het Dalton Lyceum Barendrecht.

Ook hem hoop ik graag te ontmoeten op het daltoncongres op woensdag 13 april in Deventer.

Opgeven kan nog steeds:

www.saxion.nl/daltoncongres2016

Willem Wagenaar

voorzitter

Deel deze pagina

Uitgelicht