‘In the old days the student went to school to get what the school had to offer him: now he goes to school to satisfy a definite need for self-development’

Helen Parkhurst – Education on the Dalton Plan, 1922

Leerlingen die nu in groep 8 zitten gaan waarschijnlijk rond het jaar 2075 met pensioen. We kunnen ons nu al nauwelijks een voorstelling maken hoe de maatschappij er over 10 jaar uitziet, laat staan over 50 jaar. Is het dan niet een wijze raad om ons eerst af te vragen wat voor soort leerling wij aan het einde van een schoolloopbaan willen zien, in plaats van ons bezig te houden met de prestatiedruk van de overheid op het gebied van hogere CITO- en examenscores?

We spreken over de kenniseconomie, de globalisering, jobrotation, over levenslang leren. Maar welke mensen passen daarbij? Over welke kwaliteiten moeten deze mensen beschikken? Dan praten we niet meer over scores, maar over opvoeding.

Helen Parkhurst vond al dat onderwijs een brede functie heeft: onderwijs behoort leerlingen cultureel en moreel te vormen zodat ze zelfredzaam zijn en zich sociaal verantwoordelijk voelen: ze zijn geoefend in, gewend aan en voorbereid op het leven, het werken en het samenleven in de toekomstige maatschappij. Kortom, het gaat om persoonsvorming en socialisatie. Zoals Parkhurst zich verzette tegen de misstanden in het stilzit- en luisteronderwijs van haar tijd, zo zoekt het daltononderwijs in de 21e eeuw de menselijke maat in een wereld vol moderniteit waar alles gericht is op efficiency en doelmatigheid.

En daarmee zijn we direct beland bij de kern, namelijk de simpele vraag: Waar is onderwijs voor bedoeld? Er wordt tegenwoordig teveel gepraat over de kwalificerende inhoud van het leren (namelijk het curriculum, denk daarbij aan de discussie over de Rekentoets) en te weinig over waar dat leren eigenlijk voor bedoeld is. De focus van de overheid ligt nog steeds eenzijdig op de cognitieve opbengsten, het gaat nauwelijks over leerwinst die hoort bij een brede vorming. Terwijl die vorming – ontwikkelingsgericht onderwijs – broodnodig is: het ondersteunt leerlingen in hun identiteitsontwikkeling, hun sociale betrokkenheid en hun democratisch burgerschap.

Daltonscholen doen het anders, zij weten dat dalton education niet alleen onderwijs is, maar ook vorming: Zij geven vanuit een eigen visie invulling aan het stimuleren van creativiteit, kritisch denken, probleemoplossend vermogen en samenwerking: dat zijn de ‘skills’ van de 21 eeuw. Zijn daltonscholen daadwerkelijk in staat om deze aspecten van de persoonlijkheids-vorming te ondersteunen? De kernwaarden van ons daltononderwijs moeten in de praktijk juist zichtbaar maken welke meerwaarde, welke toegevoegde waarde ons onderwijs voor de toekomst heeft. ‘Mensen zonder vrees’ heeft de wereld nodig, aldus Parkhurst. Mensen die zelfsturend, initiatiefrijk, verantwoordelijk en sociaal in het leven staan.

Hard skills

Onder ‘hard skills’ wordt specifieke kennis en vaardigheden verstaan, die kunnen worden gedefinieerd en gemeten. Voorbeelden van hard skills zijn vaardigheden zoals:

  • lezen en schrijven
  • rekenen
  • het spreken van een vreemde taal
  • de vaardigheid om bepaalde computerprogramma’s of speciale apparatuur te gebruiken.

Soft skills

Onder ‘soft skills” verstaan we persoonlijke, emotionele, sociale en intellectuele vaardigheden. Soft skills is een verzamelnaam voor de persoonlijke eigenschappen, sociale vaardigheden, communicatieve vaardigheden, persoonlijke gewoonten, respect en optimisme die kleur geven aan de relaties met anderen:

  • informatievaardigheden, organisatievaardigheden
  • probleemoplossend vermogen
  • reflecteren, kritisch denken
  • teamwork in een groep
  • op opbouwende wijze omgaan met culturele verschillen (culturele intelligentie)
  • het motiveren van zichzelf en anderen
  • coachen
  • luisteren
  • metacognitieve vaardigheden
  • zelfvertrouwen

Deel deze pagina

Uitgelicht